Provincies, waterschappen en waterbedrijf voeren onderzoek uit naar samenstelling van de ondergrond

Door klimaatverandering staat de beschikbaarheid van zoet water onder druk. Langere periodes met weinig neerslag leiden tot droogte en grotere vraag naar zoet water. Daarnaast zorgt zeespiegelstijging ervoor dat het (grond)water langzaam zouter wordt, ook wel verzilting genoemd. Om te zorgen dat op termijn de natuur, landbouw en bedrijvigheid zo min mogelijk schade ondervinden en voldoende drinkwater beschikbaar is, is kennis van de ondergrond van groot belang. De provincies Groningen en Drenthe, de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en Waterbedrijf Groningen doen daarom onderzoek naar de ondergrond van de provincie Groningen en de kop van Drenthe. 

Het huidige beeld van de ondergrond is gebaseerd op oude metingen die versnipperd over het gebied zijn uitgevoerd. De informatie is daardoor relatief globaal en niet voldoende. Met het project Freshem-NL vindt daarom een nauwkeurige meting plaatsFRESHEM staat voor FREsh Salt groundwater distribution by Helicopter ElectroMagnetic survey.

Metingen met helikopter 
Tijdens de uitvoering van Freshem-NL worden met een helikopter metingen verricht. Op deze manier wordt de ondergrond tot maximaal 200 meter diepte in kaart gebracht. Langs de kust ligt de focus op het zoutgehalte van het ondiepere grondwater. In de overige gebieden ligt de focus op het in kaart brengen van waar zoet grondwater aanwezig is. Alle metingen leiden tot een driedimensionaal beeld van zoet en zout grondwater in de ondergrond en de aan- of afwezigheid van kleilagen. 

Toekomst
De kennis die het project oplevert wordt gebruikt voor het in kaart brengen van potentiële wingebieden voor grondwater en de beschikbaarheid van zoet water voor natuur, landbouw en bedrijven. Daarnaast helpt de informatie bij het gericht nemen van maatregelen die de effecten van verzilting kunnen verminderen.

Onderzoek in Nederland 
Het project wordt uitgevoerd in de kustprovincies in heel Nederland. Zeven provincies, zeven waterschappen, vijf waterleidingmaatschappijen en twee kennisinstituten werken daarin met elkaar samen. Provincie Fryslân treedt hierbij op als penvoerder. De provincies Groningen en Drenthe, waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en Waterbedrijf Groningen stellen gezamenlijk ruim 500.000 euro beschikbaar. De totale kosten zijn circa 6 miljoen euro. Het Deltaprogramma Zoetwater financiert de helft hiervan. De twee kennisinstituten, Deltares en TNO, voeren het project uit. 

Doorlooptijd
In Zeeland zijn vergelijkbare metingen al eerder uitgevoerd en dat resultaat geeft een goed beeld van de informatie die ook voor Groningen en Drenthe beschikbaar komt. Dit jaar vinden de voorbereidingen voor het onderzoek plaats. Naar verwachting wordt er in 2023 gestart met het in kaart brengen van de ondergrond en zijn de eerste resultaten in 2024 beschikbaar.