Door het licht te ontsteken van een Industria looplamp opende wethouder Dewy Leal vrijdagmiddag 15 maart de tentoonstelling Industrieel Erfgoed “Elektrotechniek”. In deze tentoonstelling die deel uitmaakt van een reeks van vier tentoonstellingen staan de bedrijven Industria en Nira (later Ericsson) centraal. Waar Industria voornamelijk bekend stond om zijn straatverlichting stond Nira bekend om zijn personenoproepsystemen oftewel piepers. Beide bedrijven vestigden zich in de jaren ’50 en ’60 in de gemeente Emmen, maar zijn tegenwoordig helaas niet meer in bedrijf. Wat rest zijn de innovatieve producten en verhalen die nu in deze tentoonstelling aan het publiek worden getoond.
Toen in de tweede helft van de 19e eeuw de industriële revolutie losbarstte in Nederland, bleef Zuidoost-Drenthe lange tijd achter. Men leefde van de landbouw en turfwinning en met het ineenstorten van de turfindustrie brak een tijd aan van grote armoede voor velen. Ondanks de inzet van provincie en gemeente was het niet mogelijk het tij te keren. Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat er drastisch iets veranderde. Nederland werd opgebouwd met hulp van buitenlands kapitaal uit het Marshallplan, zo ook Zuidoost-Drenthe. Ineens hadden gemeente en provincie de financiële middelen om de infrastructuur te verbeteren en bedrijven naar de regio te lokken met behulp van subsidies.
Van twee zaken had Zuidoost-Drenthe een overvloed. Ruimte en arbeid. Zo gebeurde het dat vele bedrijven zich na 1945 in de gemeente Emmen vestigden. Dat bracht veel werkgelegenheid en welvaart met zich mee. Nieuwe woningen verrezen – hele woonwijken zelfs – en er kwamen voorzieningen als een bibliotheek, theater, zwembad en ambachtsscholen. Kortom, het was een periode van grote bloei voor de regio. Een tijd die bij veel mensen nog in het geheugen staat gegrift, want velen hadden een baan bij bedrijven als Nira, Danlon, Rademakers of Gero. Vreemd genoeg, is er tegenwoordig nog nauwelijks iets van deze tijd terug te vinden. Jongere generaties of mensen van buiten de regio hebben geen flauw benul van de historie die het moderne Zuidoost-Drenthe heeft gevormd.
In dit gat springt Museum Collectie Brands. Als museum doen wij dat natuurlijk in de eerste plaats aan de hand van tentoonstellingen. Vanwege de omvang van het onderwerp industrieel erfgoed, hebben we het in delen opgedeeld. Als eerste is het thema “elektrotechniek” aan de beurt. Daarna volgen nog “kuststofvezels”, “metaal” en “textiel”. Het zijn tentoonstellingen voor, maar ook zeker door de lokale bevolking. In het najaar van 2023 deed het museum een oproep aan het publiek om objecten uit het industriële verleden van de gemeente Emmen te verzamelen. Dit
heeft tot vele schenkingen geleid. Van oude loonbriefjes, jubileumspeldjes en complete lantaarnpalen. Hiermee is de industrieel erfgoed collectie van het museum sterk in omvang toegenomen en kunnen wij de komende tijd meerdere tentoonstellingen vullen.
De hoop is om uiteindelijk een permanente industrieel erfgoed tentoonstelling in het museum in te kunnen richten. Opdat we dit opmerkelijke stukje historie waarvan we vandaag de dag nog altijd op de fundamenten staan, kunnen behouden voor de toekomst. Met behulp van partners hopen we dit onderwerp nog verder te kunnen uitdragen, wellicht met lezingen of bijeenkomsten. Facet is een organisatie waar we momenteel al mee samenwerken. Binnen een paar maanden gaan ook zij hun kijk op het industrieel erfgoed van de gemeente presenteren.
In de tentoonstelling Industrieel Erfgoed – “Elektrotechniek” kan de bezoeker diverse armaturen van Industria bewonderen en ook vele generaties aan piepers van Nira-Ericsson. Dat kan nog t/m 16 juni 2024. Daarna zal het volgende thema “Kunststofvezels” van 5 juli t/m 3 november 2024 te zien zijn. De andere twee tentoonstellingen in de reeks staan voor 2025 gepland.